Van huppelen en zot zijn

En toen wandelde ik met kleine Benne van de winkel terug naar huis. Handje vast, auto’s tellen, wolken wegblazen.
En toen wou hij een beetje huppelen.

En dus huppelde ik maar wat mee, terwijl in de tas de tomaten onder de appelen rolden en de ijsjes net niet geplet werden door een bokaal saus.

En toen hoorde ik heel fijntjes: “Zotte triene”. En hij begon te lachen. En ik zei: “Zot spook!”, en hij terug: “Mama is een zotte triene! Zotte triene! Zotte triene!” …

Waar hij die uitdrukking vandaan heeft weet ik niet, maar ik mag zo hopen dat hij ze over vijftien jaar nog altijd wil gebruiken om zijn moeder te beschrijven. En dat ik daar nog altijd content van ga worden, en dat ik dat nog altijd met veel enthousiasme ga vertellen, ja. Want die zoon van mij is best wel een cool ventje, en als coole ventjes “zotte triene” zeggen tegen u, dan is dat een compliment. Nah.

Advertentie

Mijn zoon, zooo niet-cool

Omdat ik elders had gelezen dat een driejarige wel de notie van het woord ‘cool’ kan snappen besloot ik het ook eens uit te testen mij mijn eigen driejarige.

-M: Benne, ben jij cool?

-B: Ma nee, mama, ik ben nieeeeet koewl.

-M: Jamaar, Benne, zou jij dan niet heel graag cool willen zijn?

-B: Nee mama, ség, ik wil nie koewl zijn hé. Ik wil gewoon Benne zijn.

Ik heb hem dan maar zijn schaakspel en zijn bril teruggegeven.