“Aaaaa-haaaaa! Yes! Whoop-whoop! Je-roen! Je-roen!”, zoiets kwam er uit mijn mond terwijl ik triomfantelijk van handjeklap deed. Soms heb ik van die momentjes en dan is de beste reactie gewoon braaf ja knikken en me laten genieten van mijn gelijk (huisgenoot) ofwel gezellig meedoen (zonen). En deze keer had ik gelijk over:
Het schillen der patatjes.
Enige weken geleden was er een discussie ontstaan tussen de bouwheer en de bouwvrouw van deze werf. Het ging over hoe je nu eigenlijk aardappelen moet schillen. De bouwvrouw was vol goede moed begonnen met het schilmes toen de bouwheer meewarig van ‘tssk’ en ‘moh’ en ‘amai’ begon te doen. Dat je dat toch niet met een schilmes moet schillen, maar met een dunschiller. Dat je zo veel minder schilvitamines verliest, veel minder afval hebt, en nog wat van die dingen. En dat hij dat had geleerd in de kookles, en als je iets leert in de kookles dan mag dat algemeen als juist worden beschouwd.
En de bouwvrouw begon over de fun van het schillen met een schilmes. Dat bij elke aardappel opnieuw, je een wedstrijdje kan beginnen voor de langste schil, de fijnste schil, ofwel in rondekes of vlakken schillen, dat schillen met een schilmes iets was voor pro’s die niet bang zijn om eens een schel van hun vingers te snijden. De echte dus.
En de kwestie bleef hangende. Meewarig gelach toen de bouwheer met zijn dunschillertje op de proppen kwam. Gezucht wanneer bouwvrouw en schilmes een aardappel aan het mismeesteren waren.
Tot! Tot! De dag dat Jeroen Meus, de gekuifde held van televisiekijkend vrouwelijk Vlaanderen, op tv zijn patatjes schilde en dat deed met een … schilmes! Een kok! Met een schilmes! In de herhaling op tv en al! En zo geschiedde het dat rond middernacht een zwanger kind uit haar zetel rechtsprong en luid begon te joelen dat ze na al die weken haar gelijk had gekregen. Uiteraard, maar nu Jeroen het gedaan heeft, mag ik ook weer zonder blozen of blikken mijn patatten met een schilmes schillen. Voila! En “Aaaaa-haaaaa! Yes! Whoop-whoop! Je-roen! Je-roen!”