Zondag kregen we onze lidkaart van de Stan-club (Stan is het zoontje van broer Bert en Kim). Een club van eigenwijze, soms wijze, maar altijd goedmenende mensen die het kleine onbeschreven blad genaamd Stan, wegwijs moeten helpen door het leven. Na het -originele- doopfeest kon al wie de vorm aannam van (over)grootouder, ouder, tante of nonkel zijn of haar wensen en beloftes voor Stan opschrijven. Omdat zo’n zaken toch als een boemerang in je gezicht terechtkomen op onvoorziene momenten hielden we onze belofte enorm vaag. Geen reisjes naar Plopsaland, geen altijd een eeuwig luisterend oor (wie weet kan Stan wel zagen als een vrouw, vergeef het ons dan als we niet altijd luisteren), geen jaarlijkse uitstap naar de kermis, … Niet dat we dat allemaal niet willen doen, maar het beloven is iets anders. Vandaar een doelstelling zoals Bart Peeters de kunst van het leven omschrijft: groot zijn in iets kleins, liever dan klein te zijn in iets groots.
Tot hier het onvoorstelbaar levensonwijze woord van onzentwege…
Iemand nog een moreel consulent nodig?