en wat me nu nog bijgebleven is, in volgorde van ’t gebeurde:
mijn eigen warme voeten die uit het bed moesten, twee blije jongensgezichtjes, een moeder waarvan ik de maten opnam voor een nog te maken pyjama, mijn eigen verfomfaaide hoofd.
De Expo in Kortrijk, veel oude(re) dames, veel moeders en dochters, wel een miljard stoffen, veel om jassen van te maken, minder om pyjama’s van te maken, een leuke stof waar ik een trainingspak voor de oudste zoon van kan maken, veel te veel mensen, twee minder blije jongensgezichtjes, een wreed schone naaimachine.
Soep met balletjes en vers gebakken pistoleetjes.
Stoute ouders die hun kind een schudding/rammeling geven omdat het zijn vest van Gaastra misschien had vuilgemaakt, terwijl het enkel wou spelen. Een helikopter, met dé Sint erin en drie zwarte pieten. Het ongeloof in Bennes ogen, zijn totale gemak toen hij een handje gaf en naar zwarte piet liep om ‘zijn’ snoepjes op te halen. De liefste onthaalmoeder van de wereld (gedeelde plaats met de huidige). Een zoon die de hele Olieberg (in Sellewie) omhoog wist te stappen en huppelen.
Een autostrade. Een mooi gerenoveerd concept met huizen (ja, ik ben geen architect) in Oostende. Vriendjes en vriendinnetjes, hun kindjes en hun rode neuzen na een strandwandeling. Veel zand in en op de schoenen. Namenkubusjes in mijn hoofd. Veel mooie kleuren in de lucht. Benne die de zee nadoet (’n beetje naar achter en ’n beetje naar voor), Fries die het strand verlegt. Schone koppeltjes, schone kindjes. Ontspannen gezichten.
Heidi Klum in dat gedoe van die designers (o wat wil ik zo graag haar genen). Een slapende zoon in de zetel. Een punt.
Ge waart (waard?) beter eens binnengesprongen na uw bezoek aan den Expo (wonen op nen kilometer ofzoiets, ‘k kan nie goe schatten)!
Konden we de kinders wat laten uitrazen in den hof (twas hier nl. ook genen vetten qua humeur op Wapenstilstand…).