Ze liepen gisteren voor ’t eerst ‘handje in handje’, die twee koters van me. Die kleine, zachte, dikke vingertjes, verstrengeld in elkaar. Grote broer Benne voorop, één trede hoger op de trap dan kleine broer Fries, een trede lager.
Benne leek er nog groter door, Fries leek nog kleiner. De oudste keek naar beneden, suste zijn broer, stelde hem gerust, verzekerde hem dat ze met z’n tweeën die drie trapjes wel meester zouden kunnen. Diezelfde oudste maande de jongste aan om voorzichtig te zijn, om goed de voetjes omhoog te heffen en om grote broer vast te houden. De jongste keek naar boven, met grote ogen, wetende dat hij aan het begin stond van een enorme queeste, een reis van drie trappen hoger. Bang was hij niet, eerder vol vertrouwen, daarom is grote broer Benne nu eenmaal zijn grote broer.
Echt, voor zover je twee jongens, hand in hand, schattig mag vinden: ze waren het ongetwijfeld.
kleine broeren 🙂 ze hebben het toch net iets makkelijker dan de grote, zo, naast een mama en een papa, ook nog een grote broer (of zus) hebben die voor je zorgt …
Dat kan ik me voorstellen! Mooi 🙂
ik zie het zo voor mij, ontroerend mooi. Alleen daarom mag er hier ooit nog een kleintje bijkomen
wij vinden twee jongetjes hand in hand schattig!!
oh! zo lief!