Van aftellen en zo

Er wordt hier heel wat afgeteld de laatste weken:

– moeder telt af naar het einde van ‘iets van het werk’. Iets met laatste fase en de bijhorende overuren. Er word hier gewerkt dat het niet meer gezond is. Kinderen, huishouden, lief, familie, vrienden, blogs, … worden verwaarloosd dat  zelfs de meest asociale mens nog socialer is dan mezelf. U heeft met z’n allen een feestje te goed van mij. En ik heb deze zomer 4 weken vakantie te goed van mezelf. Negen jaar werken en voor het eerst langer dan twee weken verlof. Iemand gaat hier zwaar afkicken.

– Benne telt af naar de dag dat hij naar de derde kleuterklas mag. Dat daar eerst nog even wat vakantie tussen moet is goed, want hij moet zijn verjaardag toch nog kunnen vieren. Die derde kleuterklas is zo magisch omdat hij dan mag voetballen. In competitie blijkbaar al, waarvan mijn haren dan weer overeind gaan staan. Aan de zijlijn staan terwijl een zesjarige het scheenbeen van uw vijfjarige open stampt:  het grote moedergeluk.

– Fries telt af naar de dag dat ook hij naar de derde kleuterklas mag. Dat hij nog aan zijn eerste moet starten, zullen we zoetjesaan beginnen vermelden de laatste week van de vakantie. Tussendoor telt hij af naar de dag dat het weer frietjes, spaghetti, ‘caroni, of pizza smullen is. Het leven kan simpel zijn voor een driejarige.

– De hele ménage hier telt af naar de verhuis. Enerzijds zijn we hyper van opwinding (nieuw huis! een half jaar camping in uw huis! boven koken! te voet naar school!), anderzijds wordt dat mooi getemperd door de fronsen en woorden die we van velen krijgen. Een (distel)bloemlezing:

  • Goh, hopelijk hebben jullie wel een sterke relatie. –> ik mag het hopen, anders ben ik over een jaar alleenstaande moeder. Zal ik u al mijn nummer geven zo? Indien niet, dan denk ik wel dat ik er voor de rest van mijn leven ga bijblijven.
  • Amai, ik zou dat nooit doen, zo in mijn huis wonen terwijl ze daar werken –> ’t is dat wij dat geheel en al vrijwillig doen, niet dus. Buitenkansjes brengen soms ook onaangename gevolgen mee, mevrouw.
  • Chance da ge zot zijt. En jong. –> Ik zie dat al een compliment, dank u.
  • En zo hele dagen in dat stof zo? –> Ik heb een stofzuiger, en we gaan boven wonen. Als ik daar elke week mijn stof afdoe, zie ik geen problemen. En ook geen stof.
  • Amai, d’er is precies nog veel werk aan hé. –> Niet meer of minder dan bij een gemiddelde verbouwing. Ik moet mijn dagen toch met iets vullen als het project van ’t werk ten einde is?
  • En wat ga je van keuken zetten? –> Laat ons eerst zorgen dat er een plaats is om de keuken te zetten, ok?
  • Goh, Benne en Fries die gaan dat wel leuk vinden, zeker? –> Ze zouden eens moeten durven om het niet leuk te vinden. Voor hen verhuizen we, tiens.
  • Ik ken een goeie aannemer! Ik ken een goeie elektricien! Ik ken een goeie …! –> Wij ook, maar beter (lees: sneller en voor dezelfde prijs) is zeker welkom.

En om met een cliché te eindigen: ’t is nogal een uitdaging hé. Mja, rustig neerzitten is nooit iets voor mij geweest en zo te zien hebben de zonen daar ook wel hun deel van geërfd.

5 gedachtes over “Van aftellen en zo

  1. Courage met al het aftellen. Hier wordt dan weer afgeteld naar het begin van de verbouwingen. En wij blijven in ons huisje wonen of dat is voorlopig toch ons plan. (Mijn ma heeft al een kamer voor ons vrijgemaakt, just in case… ;))

  2. Wij tellen mee af,Laat ze maar praten wij hebben 2 jaar in het stof geleefd met 3 kinderen.En tijdens de zomer speelden jullie op de afgebroken stenen en de bergen aarde.Wordt het jullie toch teveel je weet ons wonen .

Geef een reactie op wijplukkendedag Reactie annuleren