Benne smult heerlijk van zijn tomatensoep met balletjes. Vooral die ronde dingen zijn zijn favoriet, hij krijgt zelfs zijn moeder zover dat ze haar eigen soepballetjes wil afstaan aan hem. Zonder dat die moeder daar ruzie voor maakt, jawel. Nadat hij zijn kommetje helemaal heeft leegedronken en leeggeslurpt vraagt één van de ouders: “Was het lekker, Benne?”
Benne: “Jaaa!”
De volwassene: “En waar is die soep nu?”
Benne: “Ah, in mijn buik!” En hij trekt zijn t-shirt naar boven om te tonen hoe dik die buik wel is.
Hij zwijgt, denkt na, en zegt dan: “En in mijn ballen ook!”
Grammaticaal is dat Nederlands toch nog niet helemaal 100% denken wij, die in is er te veel aan. Of ’t moet vreemde kinderlogica zijn met woorden die wij alleszins niet zo bij hem gebruiken.
Over de combinatie woorden en Fries hebben wij het volgende te melden: au-toooo (of brrrr-brrrr), eennnd (jawel dat ding dat kwaakt), ‘ond of nond (al te zien of het een grote of kleine hond betreft), tutje, pop (ja, hij weeral, die grote kabouter met wapperende muts) en Menne (dat is zijn broer). En opvoedkundig hebben we die kleine al opgegeven. Sta je daar met wijdopengesperde ogen, krachtige stem en een vermandende vinger “Pas op!” te zeggen, dan kijkt meneer heel leuk naar omhoog, begint te lachen, en steekt zijn zelfde wijsvinger pas-op-gewijs de lucht in. Een regelrecht stukje crapuul, onze disco-Frisco.
facebook-gewijs : ik vind dit leuk 🙂