Dingen waarover ik vandaag hard heb nagedacht:
- de zin van het leven, maar daar denk ik natuurlijk elke dag heel hard over na,
- hoe het zou zijn met mijn bijna 3-jarige en mijn bijna anderhalfjarige,
- hoe het zou zijn met mijn 31-jarige,
- of ik niet moet opletten als ik terug thuis kom met dat handjes schudden en knuffelen omdat ik toch wel een Mexicaans-grieprisico ben,
- wat ik het eerst zou eten als ik terug thuis kom. Zijn nog in de running: spaghetti van de echtgenoot, frietjes van het St-Louis frietkot (u ziet, we doen hier chique in ons gehucht),
- of ik al dan niet nog een bad zou nemen als ik zaterdagavond thuisben,
- of ik al dan niet zaterdagavond zal thuisraken (ik heb namelijk maar een uur om in Philadelphia mijn vlucht naar Londen te halen),
- of ik in mijn leven ooit nog meer onder de indruk zal zijn dan van iets wat komende zondag drie jaar geleden gebeurd is. En dat bedacht ik terwijl ik op een plaats stond waar de meeste mensen wel van onder de indruk zouden zijn. Op een plaats die door dé Amerikanen (en zij kunnen het weten) als tweede mooiste in dé (hun?) wereld wordt beschouwd: Duquesne Incline in Pittsburgh. Mooi, maar ik was er nog geen fractie van onder de indruk als ik onder de indruk was van die zoon van me, toen die me bijna drie jaar geleden onderplaste, nog geen minuut oud. Hij had het opgehouden, dat moest ik niet afvragen, daar ben ik zeker van. Zo is hij.
neen