Gelieve te noteren.
28 maart 2011: de dag dat de nmbs in mijn achting steeg. Een punt bijkreeg, in de bovenste lade mocht gaan zitten van een kast die meer naar onder kan omgebouwd worden dan naar boven.
Hoezo?
Je toont je railpass aan de kaartjesknipper en die begint vreemd te kijken. Eerst naar de railpass, dan naar jou, dan terug naar het papiertje, dan terug naar een meisje dat intussen schaapachtig zit te lachen en zich afvraagt of ze zich nu weer van dag heeft vergist.
En nu komt het!
Meneer (ja, hij is gestegen in mijn achting) de kaartjesknipper zegt: “Maar jij hebt toch helemaal geen railpass nodig, juffrouw? Da’s voor mensen ouder dan 26!”
Kom hier, meneer van de nmbs, dat ik u knuffel!
Hoera voor de meneer van de nmbs! Die hebben naar ’t schijnt zeer goeie ogen, heb ik gehoord. 🙂
Hoooooh! De slijmbal!
‘k Zallekik wel “vrouwmens” genoemd worden door patiënten.