Geheime kerstmannen

Vwalla: ingeschreven!

Ik ga het me nog weer beklagen in die zin dat ik weer iets in mijn hoofd zal halen dat schier onmogelijk te knutselen, naaien, schilderen, tout court te maken is, maar het toch weer zal willen doen om geen mal figuur te slaan bij de bloggemeenschap (wat een woord). Enfin: one day you’re blogging, the next you are a Secret Santa (hopelijk dus)!

En u, doet u ook mee?

Advertentie

Bennes eerste kindje

Een ‘reserveberichtje’, wegens gebrek aan zowat alles behalve werk 🙂

Hij heeft getekend! Al een hele tijd geleden, als verjaardagskadootje voor zijn broer dan nog wel. Een ‘kientje’, met twee armen, twee benen, een neus, mond, twee ogen, haren, en een buik.

En ik vind: voor een kleine die absoluut niet graag tekent en kleurt heeft hij toch wel zijn best gedaan! Oh, en intussen zou hij het toch al eens durven om binnen de lijntjes te kleuren. Niet te veel, zie dat er plots twee overenthousiaste springerige ouders naast hem handjeklap beginnen te doen. ’t Zou niet goed zijn voor zijn imago…

Kiek kiek! Ne ridder!

“Béénneuh de riiidder”

Platter kan hij het niet zeggen, maar hij is er wel ferm trots op dat hij als ridder naar school mocht deze morgen. En ik nog meer! Eerst op mezelf dat ik er toch maar weer in geslaagd ben om op een pedagogisch verantwoorde en traumavrije manier ervoor te zorgen dat hij niet meer als Piet P. naar school wou gaan, maar als een echte ridder.

Omdat al mijn energie deze week naar een zieke Fries moest gaan een daarbovenop nog een kilo of twee energie moest gestopt worden in het overtuigen van Benne, was ik dus zwaar te laat met het ineenknutselen (naaien, stikken, vloeken) van dat enige echte ridderkostuum dat de school op haar grondvesten zou doen daveren alsook al wie me kent meteen zou aanzetten om een diepe buiging te maken voor mijn naaikunsten. Waarna ik dan op een auto, versierd met allemaal bèta-ridderkostuums zou rondgereden worden, en de burgemeester mij hoogstpersoonlijk de award van beste ridderkostuummaakster zou geven. Zo zag het er ongeveer uit in mijn hoofd.

Werkelijkheid: de grote man des huizes ging naar de Fun (ja, ‘k weet het) om een ridderkostuum en belde om te zeggen dat het maaaaaaten te groot zou zijn. Aha! Daar lag mijn kans om alsnog die award binnen te halen! Meebrengen, was het enige wat de man moest doen en dan zou ik wel mouwkes inkorten, en er terloops nog eventjes pofmouwkes van maken. Of zoiets. Die praalwagen kon nog wel een jaartje wachten.

En dit is het resultaat. Met pofmouwkes, op de valreep 🙂

(links): deze morgen, meneer ziet het nog helemaal zitten om draken te doden en zijn prinses A. te redden.

(rechtsboven): veel draken moeten verjagen met zijn kartonnen zwaardje. Na een slaapje kan hij er samen met zijn broer weer tegen.

(rechtsonder): vergis u niet, dit is geen knuffel maar een regelrechte wurggreep. Het geschreeuw van Fries moet u zich maar inbeelden. Liefst zo levendig mogelijk. Denk aan een varken in een slachthuis…

(midden): niets leukers dan als een echte worstelaar op uw moeder te gaan springen, vergezeld van de kreet ‘ow jacksonnnn!!!’… Jackson mag weten waar hij dat weer vandaan heeft.

Enfin, carnaval mag weer voor een jaar de kast in!

Van huppelen en zot zijn

En toen wandelde ik met kleine Benne van de winkel terug naar huis. Handje vast, auto’s tellen, wolken wegblazen.
En toen wou hij een beetje huppelen.

En dus huppelde ik maar wat mee, terwijl in de tas de tomaten onder de appelen rolden en de ijsjes net niet geplet werden door een bokaal saus.

En toen hoorde ik heel fijntjes: “Zotte triene”. En hij begon te lachen. En ik zei: “Zot spook!”, en hij terug: “Mama is een zotte triene! Zotte triene! Zotte triene!” …

Waar hij die uitdrukking vandaan heeft weet ik niet, maar ik mag zo hopen dat hij ze over vijftien jaar nog altijd wil gebruiken om zijn moeder te beschrijven. En dat ik daar nog altijd content van ga worden, en dat ik dat nog altijd met veel enthousiasme ga vertellen, ja. Want die zoon van mij is best wel een cool ventje, en als coole ventjes “zotte triene” zeggen tegen u, dan is dat een compliment. Nah.

Verjaardagsfuif

Zo ergens afgelopen nacht, tussen half één en drie uur is Friesjes verjaardagsfuif begonnen. ’t Was weer van niet meer willen slapen, liever naar beneden, beneden nog een beetje nijdig doen omdat ik de tv niet wou aanleggen en hij geen Musti, Hopla of Piepiejaat kon kijken. Nog nijdiger doen omdat hij geen ‘noepje’ kreeg en extreem nijdig dingen gooien: eerst zijn fles melk weg, daarna zichzelf op de grond. Om uiteindelijk gesust te worden met een appelsapje en een tut met onverantwoord veel choco erop.

Ik moet rond drie uur eerder in slaap gevallen zijn dan hem, want hij lag me nog altijd aan te staren met die grote ogen waarmee ik hem twee jaar geleden lag aan te staren en maar niet begreep hoe ik weer tot zo’n staaltje van vakkundige perfectie in staat was geweest. Net daarvoor had ik ook een hele nacht niet geslapen (leve ingeleide bevallingen), toen liep (lag) ik een beetje nijdig te worden op die gynaecoloog die ik met de allernieuwste voodoopraktijken ooit nog wel eens hetzelfde zou laten meemaken, en werd de lacherige vroedvrouw net niet bij de keel gegrepen omdat ze nog liever in de gang stond te kwekken dan een jumbo-baby van 4,440 kg te helpen geboren worden (“moh, dat kan niet hoor, dat je nu al moet bevallen”) … Enfin, u kent het wel, van die bevallingsverhalen.

’t Feit is: ik loop er een beetje wrakkerig bij vandaag, dankzij die zoon van me, dankzij zijn nachtelijke verjaardagsfuif. Maar we gaan daar niet moeilijk over doen, ik kijk gewoon met grote ogen naar hem, zie hoe hij met zijn grote Winnie-beer worstelt, hoe hij zo trots is dat hij mij dingen kan tonen (Kijk! Mama, buiten, ‘neeuw, feel neeuw, mooi! Kijk, Thomas de tlein, kan jijden, knopje duwen! Ikke doen!) en hoe ik hem elke dag mooier en leuker mag vinden. Hoe hij elke dag meer Fries is.

’n Fijne verjaardag, kleine Fries-bee.

En ja, hij zevert nog altijd als de beste 🙂

2 jaar Friesplezier!

De officiële uitnodiging. Om in zijn foto-album te plakken. Weetwel? Dat album dat zo goed als onbestaande is?

Album of niet: hij mag komende zaterdag twee kaarsjes uitblazen! En dan moet er altijd even teruggeblikt worden (en liefst niet op bevallingen en andere toestanden): toen Benne twee jaar werd sloop klein Friesje hier ontzettend gefrustreerd rond wegens nog niet kunnen stappen, deftig kruipen of staan… Nu Fries zijn tweede verjaardag viert, sluipt hier niemand meer rond, des te meer huppelt er één meter Benne rond! Jawel: de oudste zoon heeft de kaap van één meter overschreden. Voor beide jonge heren: een applaus en een feestje op zondag!

Benne ging eens zakjes tellen…

Eén, tuwee, drieeee, fier, fijf, ses, sefun, agt, negun, tien!

elffff, twaalfff, tertien, fijftien!!

achtniet, twintig!!!

En dat gebeurde zo heel spontaan, terwijl bij elke tel de mond van moeder hier meer openviel.

Mijn zoon! Twee Drie* jaar en vijf maanden, nog niet eens! Roep! Mensa!

Excuseer, ik ga een beetje verder huppelen, zo hard blinkend van trots dat zelfs de lelijkste puberneus er vaal bij lijkt *glunder glunder*

*en toch blijft het spectaculair!

Wassen blog!

Deze berg internetvullende woorden, foto’s, tijdverdrijvende meningen en al dan niet interessante bedenkingen is vier jaar oud. Mocht ik met dit adres getrouwd zijn, was dat naar ’t schijnt goed voor de status ‘was’. Ja, was. Van bijenwas en waxen en zo.

Vier jaar blog ik al, eerst daar en nu hier. Mezelf niet meegerekend is dat zowat het langste wat ik al heb volgehouden in mijn leven.

*klinkt op haarzelf en al wie voor inspiratie zorgt*

Sinterman versus Kerstman

En de Kerstman is hier zwaar aan het winnen (tot grote ergernis van mezelf). Die twee zonen van mij zijn van (overduidelijke) mening dat Sint en Piet maar beter vlug kunnen langskomen zodat we dan eindelijk die kerstboom kunnen zetten. Lichtjes en andere flikkerende, pling-plingende en stralende dingen lijken hen op dit moment zowaar interessanter dan een berg nieuw (en uiteraard heel educatief verantwoord) speelgoed.

In een poging om de zonen wat meer te enthousiasmeren voor dat hele Sint-gebeuren, werden gisterenavond de lichten van het terras aangelegd zodat de Sint ons huis goed zou kunnen zien. Wie weet kwam hij al langs om te kijken of al die kinderkens braaf en zoet waren… ’t Was misschien ook wel het moment om naast het concept ‘schoentje zetten, wat ze al langer kennen, de activiteit ‘snoepen gooien’ te introduceren.

Zo gedacht, zo gedaan. Helemaal spontaan, niets van moeten vlogen de zonen in de zetel, gesjellig naast papa, om daar met z’n allen sinterklaasliedjes te zingen. Heel luid, dat die zwarte pieten dat goed konden horen. En jawel, plots kwam daar, als uit het niets, een hele resem onzelievevrouwkes (of mariatjes) ter onzer living neergedaald.

Reactie van de moeder: niets op het moment zelf, ik zat op het toilet, weetwel? Daarna heel verbaasd de living binnengekomen, mijn verbaasde gezicht getrokken en half hysterisch enthousiast beginnen doen en veel van ‘danku sint en piet’ geroepen en nog een liedje gezongen, en geluisterd hoe dat nu allemaal zo gekomen was.

Reactie van de oudste zoon: “En so, plots hé, kwamen er hier snoepen. En swarte piet heeft met die snoepen gesmeetn. Maar ik ben daar wel van geschr… euh… versch… euh… verschrokken hé. En nu sit swarte piet nog in de tuin. In de struiken, kijk kijk! ‘k Sie em sitten! Eeij, swarte Piet! Je moet naar Amélie (zijn lief op school) gaan ook hé, ga maar weg, naar andere kindjes, kom! En Sinterklaas heeft met snoepen gesmeetn hé, en swarte piet ook …” (en zo nog 10 keer ’t zelfde verhaal na elkaar).

Reactie van de jongste zoon: Vloog uit de zetel, richting snoepen op de grond. Smikkelde, smulde, smekte alsof zijn leven ervan af hing, zei niet veel. At wel des te meer.

Over die kerstboom hebben ze gezwegen voor de rest van de avond 🙂

Een dochter (niet voor mij, bleh)

Namen voor zonen had ik hier al eens vermeld. Namen voor dochters zijn bij ons nog nooit ter discussie gekomen omdat we telkens al relatief vroeg wisten of ’t een ventje of een vrouwtje zou zijn (leve de vlokkentest, ahum).

We zijn het er (nu) redelijk over eens dat als er hier ooit ten huize nog eens een ongelukje gebeurt, en dat ongelukje na de zoveelste echo ook vrouwelijk blijkt te zijn, het kind de naam Janne zou meekrijgen. Een naam die ik al jaren graag hoor en die verwijst naar mijn grootmoeder Jeanne. Maar eigenlijk is Janne tweede keus. De naam Stiene (naar mijn moeder Christine) hoor ik liever, maar daar is de wederhelft minder voor te vinden, u moet hem maar eens vragen waarom.

Des te blijer ben ik dus te horen dat er sinds vandaag een kleine Stiene (Stieneke of Stientje) meer op de wereld mag rondfladderen. Proficiat aan Joke, Steven en grote zus Lente!!!!