Daar krijg ik het van! Een onnozele zondags-vrijdagschauffeur die er met zijn stoten voor zorgt dat een onschuldige, lieve, jonge, blonde dame butsen en builen rijdt in een auto die nog niet eens van haar is. Meneer-ik-heb-mijn-rijbewijs-in-het-stadhuis-mogen-afhalen-en-haal-nu-mijn-auto- één-keer-in-de-week-uit-en-liefst-tijdens-het-spitsuur was op zoek naar iets. Als ik op zoek ben naar iets en ik rij in de auto dan ga ik aan de kant staan. De angst voor verkeersagressie zit er zo diep in, dat ik wel netjes aan de kant ga staan, zodat ik geen chauffeurs moet enerveren met mijn constante gerem en vertrek. Maar deze meneer dacht daar anders over. Vertrekken, kort remmen, vertrekken, kort remmen, naar links, toch rechtdoor, weer naar links, stoppen, vertrekken… aha, gevonden! Bruusk stoppen. De chauffeur achter onze ‘chauffeur’ zonder kaart of gps kon nog net op tijd remmen. De derde auto op rij kon niet meer op tijd remmen en gaf een passionele kus aan de auto ervoor. En in die derde auto zat ik. Vloekend, er zijn scheldwoorden uit mijn mond gekomen waar ik niet eens het bestaan van wist. Gelukkig was meneer de olifant op vier wielen snel weg. Goed voor hem, ik weet niet wat ik ermee ging gedaan hebben. Gelukkig zat ik niet tegen de achterkant van een auto, maar tegen een ‘remorque’. En het was een passionele kus tussen twee auto’s, maar nog altijd geen djoef. ’t Lief klein bolleke dat na 17 jaar nog altijd rondcrosst heeft momenteel een opgetrokken voorhoofd en zijn rechterooglid is wat beschadigd. Ook het neusje moet wat bijgepoederd worden. Gelukkig is het dat maar. En gelukkig dat ik me in zo’n dingen druk mag maken, er zijn erger dingen in ’t leven.
Aha, eindelijk iemand die de titel ‘fermste-bijna-accident-dat-er-misschien-geen-was’ kan overnemen van me.