Wie ooit al het magnifieke voorrecht gehad heeft om onze zoon Fries langer dan een kwartier op de arm te mogen of kunnen houden, zal het kunnen beamen: dat ventje kan zeveren, kwijlen, slurpen, … Het gutst er bij momenten uit. En nu is het echt wel een beetje passé om te zeggen dat dat van zijn tandjes komt, het kind is al een jaar oud. Vijf of zes keer (een mens is de tel kwijt) heeft dat kind antibiotica gekregen om zijn oorontstekingen (dubbele, enkele), hoestjes, slijmkes, … te bestrijden. De eerste keer was hij twee maanden oud, de laatste keer net geen jaar. Zoveel keer siroopjes, druppeltjes, aërosollen, … in tien maanden tijd: dat is eigenlijk niet zo goed. Denk ik dan. De huisarts zag er echter weinig graten in, sprak wel over “misschien moeten we toch eens beginnen overwegen om buisjes te plaatsen” en schreef vervolgens nog een kuur antibiotica voor.
Wie het absolute voorrecht heeft om onze zoon Fries van dichtbij te mogen bewonderen, aaien en er zelfs eens een woordje tegen te kwebbelen, zal kunnen beamen dat dat ventje er de laatste tijd meer en meer flou begon uit te zien. Die oogjes zaten wat blauw en zagen waterachtig, die neus bleef maar verstopt, die hoest begon frequenter te worden, hij zag eruit alsof hij aan een chronische slapeloosheid leed en dit gecombineerd met een zware verslaving aan één of ander groen gras. Fries het mottige manneke. De huisarts bleef volhouden dat het om banale winterverkoudheden ging, dat er ‘veel op ronde was’ en dat we ons geen zorgen moesten maken. Om vervolgens nog maar eens een flesselke Amoxicilline voor te schrijven.
Onthaalmoeder Christa (de tweede liefste van de wereld, na Ilse) gaf de tip om toch eens naar de oorarts te gaan. Misschien waren het zijn sinussen? Moest er een spoeling gebeuren? Ten einde raad dan maar naar de oorarts, die zou het wel weten. Twee minuten heeft dat spel daar geduurd. De observatie van de arts deed het haar op mijn armen rechtstaan. “Linkeroor staat bol van het slijm, rechteroor staat bol van de etter, dat kind heeft buisjes nodig, en dat lost de zaak op”.
Beste huisarts, ’t spijt me, ik steun de lokale economie niet meer. Vanaf nu ga ik rechstreeks naar de specialist als het om mijn kinderkens gaat. En optinternet (de alwetende en uiteraard altijd correcte informatiebron) vond ik ook nog dat antibiotica zelfs niet altijd nodig zijn bij een oorontsteking. Voorwaar ik zeg u, in al mijn stoere taal: “Wee uw gebeente, uw spiermassa, uw vet en hersenmassa als mijn kind ooit antibiotica nodig heeft en die niet meer pakken”.
Dit maar om te zeggen dat wij weer wreed ongemakkelijk en ferm onnozel rondlopen omdat dat kind van amper drie vierde meter morgen op de operatietafel zal liggen. Wellicht dwars, want zo klein is hij nog wel. Hij krijgt van mij morgen de allergrootste Bumba-beer die er bestaat, het schaap. En ik zal mezelf ook wel een zak M&M’s kado doen. Want naar het schijnt is dat voor de mama nog erger dan voor het kindje zelf. Ik mag dus wel weer een beetje zielig zijn, morgen.
En? hoe ist met de mama en de ‘gebuisde’ knapperd?
De mama,Friesje en Oma hebben hun best gedaan om stoer te blijven.Er was wel een verschil in stemming bij het aankomen in het ziekenhuis en bij het verlaten ervan.Groetjes aan Super Frieseman