Als je weer eens veel te laat naar bed gaat mag je er zeker van zijn dat die liefste kinderkens van je ook van plan zijn om dan meteen maar je hele nachtrust naar de knoppen te helpen. Eerst Benne die als een halve brulkikker in zijn bed voor zich uit zit te staren, wel met bijpassend gehuil en geroep. Daarna Fries die heeft beslist om die nachtelijke pamper eens goed in te soppen, met verversactiviteiten tot gevolg. Volgende stap: die twee terug in slaap krijgen. En ja, dan leest een mens wel eens een verhaaltje, of je verzint er gewoon één wegens te lui om een boek te halen. Hier komt het:
Er was eens een blauwe koe. Helemaal blauw, zonder ook maar één wit, bruin of zwart vlekje. De koe stond al jaren in de wei en had van zichzelf niet door dat ze een beetje anders was. De andere koeien hadden er ook niet echt een probleem mee wegens veel te druk bezig met grazen en drinken. Op een dag gooide iemand een spiegel in de weide (foei, sluikstorters!). De koe zag dat zij als enige blauw was en de zoektocht naar de oorsprong van haar blauwigheid begon. Ze ging op wandel en zag plots een regenboog. “Goh”, dacht ze, “misschien ben ik wel bestraald geweest door een regenboog, en ben ik daarom blauw.” De goede fee rinkelde een belletje om de koe te laten weten dat dit niet het goede antwoord was. De koe ging verder op stap en kwam tenslotte op een prachtige weide vol met blauwe bloemetjes. “Dat is het, ik heb gewoon teveel blauwe bloemetjes gegeten”, dacht ze. Opnieuw rinkelde het belletje. Vele uren later begon de zon te schijnen en de lucht was heerlijk felblauw. De koe dacht bij zichzelf dat ze misschien wel te lang onder de zomerhemel had gestaan en dat de blauwe lucht zo op haar was afgebladerd. Nee, weer niets, het belletje rinkelde opnieuw. Al een beetje moe van het vele stappen en het nadenken overwoog de koe om de genetische kant van de zaak te bekijken. Ze ging naar mama koe en papa stier, zag dat deze allebei mooi bruin waren en witte vlekken hadden. “Vreemd”, dacht de koe, “hoe kom ik dan in godsnaam aan mijn blauwe kleur?”. De koe vroeg het aan haar moeder. De moeder begon te giechelen en de papa proestte het uit. De koe wist dat ze bij haar ouders het antwoord zou vinden. “Maar wat is er nu toch gebeurd dat ik zo blauw ben?”, vroeg de koe ongeduldig. “Wel, mijn lieve kleine koetje”, zei de mama, “toen jij heel klein was, ben je in een vat vol blue koeracao gevallen…”
Echt, neem het me niet kwalijk, ik was moe en dan vind ik alles grappig. Fries was wel gestopt met huilen, ha!
*foto photo.net – Marc Aubry*
ik heb dat verhaaltje uitgeprint en ga dat vannacht uitproberen 🙂
mo vent toch… uw onderbewustzijn is nen groten dronkaard! 🙂
volgende week, het verhaal van het groene schaap :)…
Waar blijft dat boek!
de zoektocht naar de oorsprong van haar blauwigheid
snapte Fries da?