Vijf jaar ben je alweer, blonde god van me. Een halve tiener, en zo gedraag je je soms ook.
De eerste kennismaking is nog altijd niet door stof en drukte verzwolgen: twee bezwete lijven die bij hun eerste contact een koude rilling veroorzaakten bij de moeder (wat tijdens de vierde hittegolf van dat jaar ook wel mocht).
Het kleine gekronkel toen: buikje omhoog, knietjes omhoog, voetjes over elkaar. De armpjes boven het hoofd, de kin omhoog en het mondje in pruilstand. Hetzelfde, maar groter gekronkel nu als ik je ’s nachts weer in je eigen bed leg nadat je stiekem op mijn hoofdkussen bent gaan liggen. Ik vraag me af hoe lang ik nog dat pruilmondje ’s nachts mag bewonderen.
Nee, er was niet meteen dat oergevoel van moederschap, ik vond het vooral onwezenlijk. Dat ik voor zoiets moois moest zorgen, m’n leven lang, gaf me een verpletterend verantwoordelijkheidsgevoel. Geen enkel diploma of attest is daarvoor nodig, met m’n buikgevoel en af en toe wat principes moet ik er zien te raken. Nu ben ik blij dat ik voor je mag zorgen, dat ik je mama mag zijn. Diegene die altijd enthousiast wordt verwelkomd omdat ze net iets teveel afwezig is, diegene van wie een geslaagde soep op groot applaus wordt onthaald, blij dat je eten hebt. Diegene met wie je je fascinatie voor taalrijmpjes volop kan delen, diegene met wie je zou vechten om een puzzelstuk om toch die puzzel zelf te kunnen afmaken. Die moeder die met opgetrokken wenkbrauw toekijkt hoe je in haar kinderencyclopedie van 25 jaar oud op zoek bent naar wat er zich onder die vulkaan kan bevinden, opdat je dan tegen je jongere broer kan zeggen dat jij het antwoord wel weet op een vraag die je nota bene net zelf hebt gesteld. Die moeder die je ’s nachts zou wakker maken om alsnog te zeggen wat ze je die dag niet heeft kunnen zeggen: iets met vier woorden. Die mama die jou ’s nachts een zoen komt geven en jij die de ochtend erop komt zeggen dat je ’t hebt gevoeld. Jij die je moeder ’s nachts een zoen geeft en de ochtend erop komt zeggen dat ze helemaal niets heeft gevoeld.
Een kleine wijsneus, een dirigent, te betrokken, te perfectionistisch, … jij gaat nog serieus met je hoofd tegen de muur lopen, kleine vriend. Maar da’s niet erg, je komt wel weer recht, zegt de moeder die pijnlijk veel van zichzelf in haar oudste zoon herkent. Mag ik je vragen, lieve zoon, om wat meer je m’en fout-isme in je leven te stoppen, je hoeft niet altijd de eerste te zijn, je hoeft niet altijd alles te weten. Ik wist vijf jaar geleden ook van niets, en kijk: ik geef je straks een zoen op je hoofdje en ik weet dat die mondhoeken van je de hoogte in zullen gaan. Dat en niets anders hoef ik voorlopig te weten.
Fijne verjaardag, Benne-beer.
Lap zeg, kiekenvel.
Zo mooi geschreven voor die zo mooie bink van jou.
Vijf al, ’t gaat snel jong
Een traan van emotie die z’n weg zoekt …. Zoo mooi …
Hoop dat ik deze gevoelens ook zal mogen meemaken.
Zo mooi geschreven,echt een emo moment.
Hier ook kiekenvel. Prachtig neergeschreven.
Hiep hiep hoera voor de jarige!
hieperdepiep hoera!
mooi, mooi, mooi!
mooi, mooi, mooi!
en proficiat aan benne en mama!
Prachtig geschreven! Gefeliciteerd allebei 🙂
schoon gezegd en proficiat!