tjoeke tjoeke tuut. Afgelopen zondag zat Benne voor het eerst op de trein. Wederom was het veel goedkoper geweest om met de auto naar Oostende te gaan, dan met het treintje (maar liefst 28 euro). Daar moet toch dringend iets aan gedaan worden, willen ze meer dagjestoeristen laten treinen. Tot zover het wijsvingertje.
Benne, trein, zijn onkeKaa, de zee. ’t Ventje werd gewoon zot, onnozel, kierewiet van zoveel indrukken. Trotser dan een nieuw gevederde pauw zat hij in de zetel van de trein. En bij de eerste halte stond daar (verrassing!) ‘onkeKaa’ en ‘tantAlot’. En die gingen gewoon mee met hem, op diezelfde trein. En toen waren er nog boterhammen, en fruit, en vanalles. En dat kwam allemaal uit de rugzak van papa. En zelfs Fries had warm eten en drinken (pluim voor onszelf, we waren de hele voormiddag bezig geweest met eten klaar te maken, jeeij). En dan stopt die trein, en mag hij op de tram. Een tram! En daar, op een onnoemelijk grote afstand van zijn eigen kleine Deerlijkse wereld zag hij onkeBert, tantKim, Stanneke, opa’rNard en omaKitien. En de zee!
Was hij ’s avonds moe? Jawel hoor. Wou hij slapen? Neen. Tegen dat dat kleine hoofdje al die indrukken mooi had geordend, alles had verwerkt en beoordeeld, was het laat. Behalve zijn visvlieger is er geen enkel overblijvend spoor van herinnering dat hem doet denken aan die dag vol indrukken. Wat er wel voor zorgt dat zijn volgende uitstapje naar zee, met de trein, minstens even geestig zal worden. Gewenning kent hij nog niet.