3 jaar, 6 maanden, 8 dagen

  • tussen het laatste bericht en het voorzichtig afblazen van wat stof.
  • tussen een herfst, een winter en een aarzelende lente.
  • tussen het vallen -in een oorsuizende stilte- en het recht staan, stof afkloppen, de troepen bijeenroepen en voorwaarts, het leven terug in.

Of er verhalen zullen komen over die 3 jaar, 6 maanden en 8 dagen? Vraag het nog eens als het stof over die periode definitief is gaan liggen.

Abandoned places, het zit ‘m in de schoonheid van verlaten te zijn. En de mogelijkheden die zo’n plaats plots lijkt te krijgen. Enter thesassysquad.be: een blog over een prinses en haar drie helden. #writersgonnawrite.

LegionowoMazowieckie_AbandonedPlaces_trekearth

(http://www.trekearth.com/gallery/Europe/Poland/East/Mazowieckie/Legionowo/photo546003.htm)
Advertentie

Secret Santa (3): wat ik mocht krijgen

Toegegeven, ik liep de laatste dagen een beetje nerveus rond. De brievenbus werd grondig uitgespit op zoek naar niet-thuis-kom-er-dan-maar-zelf-om-briefjes, en vandaag kon ik eindelijk terug beginnen ademen.

Mijn pakje was gearriveerd, had een hele dag in die koude bus moeten zitten, dus werd het met heel veel liefde binnen gehaald.

Wat ik op het eerste zicht zag vond ik al schoon, bèreschoon (zoals we dat hier zeggen), prachtig eigenlijk, ferm origineel, geestig, … een dubbele score voor deze creatieve mevrouw!

En toen dacht ik dat het nog uit de winkel kwam. Maar nee! Iemand heeft de moeite gedaan om voor mijn zonen een hemdje te stikken en wat voor één. De oudste zoon vond het “bèrecool” en “sjiek” en wou het hemd morgen al aandoen om naar school te gaan.

En moeder kreeg een heel mooi handgeschreven kaartje (score 2), een multifunctioneel tasje (veel te mooi om geld in te stoppen, juweeltjes des te meer, score 3) en chocolade (score 4 tot en met 100).

Beste Katrien, met autootjes scoor je niet alleen bij jongens, maar ook zwaar bij mama’s van jongens. Lieve Secret Santa: bedankt!

Tess: hopelijk bezwijk je nog niet onder alle lofbetuigingen, maar ook van hieruit: proficiat met dit initiatief!

Gedichtendag!

Kijk, haiku’s: niets aan. ’t Is niet omdat een Europese president dat doet dat dat daarom moeilijk moet zijn. Ik heb er hier vlug eens eentje neergekrabbeld:

Klein waren ze toen

Voor mij. Groter zijn ze nu.

Groots mogen ze zijn.

’t Gaat over kerstomaatjes, over mini-loempia’s, over die kleine restjes bij de frietjes, over oorringen, over bollekes ijs, over muffins die je net in de oven hebt geplaatst, of over plannen die ik nog heb, of gewoon over dromen voor mijn zonen.

Nu snappen we hem hé! Haiku-Mie est arrivée. Zijn er nog andere interpretaties vatbaar?

Onze derde zoon!

De lichtheid van mijn bestaan is weer ondraaglijk. Ik voel me schuldig om het dak boven mijn hoofd en het feit dat ik niet meteen zo’n twintigtal Haïtianen in mijn huis kan pakken. Ik kan daar ongelooflijk ambetant van lopen van zoveel machteloosheid. En dan wou ik echt dat ik gelovig was, zo’n halve pilaarbijter. Dat ik echt kon geloven dat je met een gebedje je deel had gedaan. Probleempje ginder? Even bidden en meer kunnen we niet doen. Kaarsje aansteken, kruisteken maken en aan de here gods vragen om goed voor die mensen daar te zorgen… en we kunnen weer verder. ’t Lijkt soms zo gemakkelijk als je kan geloven, want op alles is er een antwoord en ’t feit dat er veel te verklaren valt als je er de wil van baardmans bij sleurt is ook wel handig. Het probleem is dat dat geloof er bij mij maar niet wil komen, ik zie teveel praktische problemen 🙂

Maar goed, ’t ging over hoe we ons geweten kunnen sussen. En kijk, het rekeningnummer 12 12 is weer geopend, en er zullen nog wel veel acties op gang komen en ik kan maar hopen dat we met z’n allen wat eurootjes storten die wij anders toch maar aan dingen zouden spenderen die voor die mensen daar op dit moment echt wel onbenulligheden zijn.

Of laten we een nieuwe trend lanceren: we gaan in blogland allemaal voor een Plan kindje, gewoon doen. De meesten van ons kunnen 25 euro per maand echt wel missen.

En dan is het nu tijd voor een publieke bekentenis over onze verborgen derde zoon: hij heet Jhon-Fritz, is koddig tot en met, draagt t-shirts die hier twintig jaar geleden echt wel übercool waren, woont in de Filipijnen, samen met zijn mama en papa. Hij is 4,5 jaar oud, kreeg al zijn inentingen en kan naar school gaan. En ik geloof graag dat wij daar ons steentje hebben toe bijgedragen. De dag dat je een brief krijgt van ‘jouw’ Plan-kind of van zijn ouders, dan heb je je geld meteen ‘terugverdiend’. Dus al wie nog een goed voornemen zocht voor dit jaar: gewoon doen! ’t Hoeft daarom niet ver te zijn, ook in eigen land is er genoeg te vinden…

Tot zover mijn missionariswerk.

Oh, en wie heb ik goed liggen gehad met de titel van dit stukje?

30 december 2008

was de dag dat wij ‘afscheid’ namen van Viggo en Diezel.

Voor mensen die geen honden of katten of eender wat van beesten hebben: stop maar met lezen, dit zal oversentimenteel klinken. Voor wie wel beestige twee- of viervoeters als vriendjes mocht hebben: kies maar.

Afscheid dus van Viggo en Diezel. Viggo (enorm knappe bruine Labrador) kwam bij ons in december 2003 en Diezel (ook enorm knappe maar dwaze Berner Sennen) vervoegde de bende in juni 2004. Wat hebben wij genoten van onze twee eerste kinders, van die vuile broeken na lange herfstwandelingen, van Diezeltjes kwijl op onze kleren, van die hondentrainingen, van die heerlijk stinkende adem als ze weer eens de overschot van ribbetjes hadden opgepeuzeld. Dat onze tuin er niet meer uitzag vonden wij niet eens zo erg, anderen dan weer wel.

Toen we het in ons hoofd haalden een huis te willen kopen moest dat natuurlijk een huis zijn met enorm veel tuin. Nen hof waar we een stuk van konden afzetten voor de doggies en een stuk konden houden voor als er eens deftiger volk dan wij in onzen hof moest rondlopen. ’t Werd het huidige huis en meteen stond alles in het teken van die twee loebassen, ook al was ik toen al 6 maanden zwanger van het eerste exemplaar van de tweede serie kinders. Leutige momenten, die zomer: op stap met paard en kar. Kar was Bennes buggy, paard was Diezel of Viggo. Toen die van K&G langskwamen vroegen ze bezorgd of die twee honden in huis kwamen. Nee mevrouw, die twee honden hadden namelijk hun eigen huis. Het tuinhuis/tweede garage was exclusief voor hen verbouwd. Geen bench voor die twee, wel een warm houten chaletje. I know, soms doen we echt wel rare dingen…

Enter Fries, die al na twee maanden startte met een ononderbroken serie van luchtweginfecties, en nieuzen, en hoesten, en exceem en van die dingen. Een ‘ziekelijk’ ventje, dachten wij toen zo’n beetje niet geheel overtuigd, maar een andere uitleg was er niet. Tot de kinderarts na het elvendertigste bezoek vroeg of wij toevallig geen beestjes hadden. Bevestigend dus, maar: ze zaten buiten hoor… Niets van, zo’n allergietjes kan je ook hebben door schilfers en zo. En als je bent gaan wandelen met je loebassen breng je dat mee naar binnen. Of zoiets. Want vanaf toen luisterde ik maar half meer en alle weken en maanden erop was het van niet willen. Dat Fries allergisch was (voor zover ze dat met 100% zekerheid kunnen testen onder de twee jaar, maar ’t ventje had ‘sterke neiging tot…’), dat ik opeens ook allergisch was geworden (in hoge mate zelf, continu aanwezig of zoiets, permanente moeheid en van die dingen) en dat er niet veel anders opzat dan ze ‘weg te doen’. Voor het wel van Fries en Benne en voor het wee van onszelf, want wat kon mij het schelen dat ik plots allergisch was, ik leefde er toch al zoveel jaren mee?

Bon, spuitje was geen optie (ze waren niet ziek hé, en trouwens: Viggo een halve stamboom, Diezel een hele deftige), asiel dan maar. Amper een week later waren ze geplaatst, bij een allerfijnst gezin uit Nederland. Samen dan nog wel (voorwaarde 1), op een boerderij (veel plaats was voorwaarde nummer 2).  Een geluk dat ze zo snel een nieuwe thuis gevonden hebben. En dat ze wel degelijk heel gemanierd, proper en lief bleken te zijn zoals het asiel ze omschreven had op hun fiche. Temidden van al onze slechtheid kregen we nog een pluim zeg.

Maar echt: 30 december, de dag dat wij onze honden moesten wegdoen. Die 30ste december had ik ze bijna teruggehaald uit het asiel (ik ging nog liever Fries een zware kuur laten ondergaan dan mijn honden weg te doen), die dag liepen wij met rode ogen rond en was onze hele wereld regelrecht aan het vergaan.  ’t Ging wel degelijk om ons eerste paar kinderen. En dat zullen ze altijd blijven. Net zoals dat schuldgevoel 🙂

Dag E., welkom 500 euro!

’t Was al eens gezegd geweest, maar veranderen van energieleverancier kan dus wel een fikse besparing opleveren. Bij het horen of lezen van dergelijke berichten dacht ik daar altijd het mijne van, was ervan overtuigd dat dat bij ons wel weer niet zou werken, maar bleef ik wel achter met een ik-wil-dit-ook-wel-gevoel, omdat eerdere ervaringen met ome Electrabel nooit positief waren.

Na een laatste ‘inhaalfactuur’ (van 800 euro, E&G) was ik het een beetje beu en begon ik energieprijzen te vergelijken. Wat in het begin een ongelooflijk saaie job was, werd op den duur leuk, dat spelletje ‘zoek de goedkoopste’. We zijn toen overgestapt naar Lampiris (gas, sinds 1 februari) en Ecopower (electriciteit, sinds 1 juni wegens wachtlijst van 6 maanden).

Het resultaat? Van beide leveranciers hebben we al geld teruggekregen: onze driemaandelijkse tussenstand bij Ecopower toonde aan dat we bijzonder weinig hebben verbruikt en we kregen 28 euro terug. Ik hoor u meewarig lachen, zo 28 euro nog de moeite vinden? Wacht: van Lampiris (gas) krijgen we zomaar eventjes 508 euro terug. Lacht u nog? Ik anders wel, laat die schone winterjas maar komen!

Wat zeggen we dan aan de lieve mensen van Lampiris en Ecopower? Danku!

(en  nee, ik krijg hier geen stofzuiger voor)

[USA] Wat ik me afvroeg – vervolg

  • Waarom zie je hier overal pijlen naar Women’s hospital, Children’s hospital, Women’s center, … maar nooit naar Men’s hospital of zoiets?
  • Waarom doet zowat iedereen op de campus hier zo fanatiek aan sport, sta ik op met het geluid van voetballende studenten, joggende studenten, … en dat om half zeven ’s morgens? Ze blaken dan ook van gezondheid, die Amerikaanse studentjes. En hoe komt het dan, als je naar Downtown city gaat, dat het daar dan wel vol loopt met van die dikkerdjes? Typische uiterlijke scheiding tussen America’s lower class en middle/upper class?
  • Is het zielig om al op dinsdag je valies te maken, om dan woensdag en donderdag de helft er terug uit te gooien. Is dat omdat ik ergens hoopte dat een half gepakte valies de dagen wat vlugger zou doen gaan?
  • Waarom denk ik nog altijd dat mensen tegen mij beginnen te babbelen terwijl ik onderhand toch al zou moeten weten dat ze hier gewoon vaak aan het telefoneren zijn via een oortje. Handen moeten hier vrijgehouden worden voor de koffiebeker en de handtas, remember?
  • Wat ik me ook afvroeg: hopelijk ambieert mijn jongste zoon geen internationale carrière. Ik heb zijn naam al meermaals op bling-bling en pieuw-pieuw schreeuwende borden zien schitteren. Soms verspreek ik me als ik hem bij me heb: zeg ik “Frietje” in plaats van “Friesje”. Hopelijk kan hij er later nog mee lachen als hij in zijn Boss kostuumpje op Pittsburgh’s 5th Avenue naar zijn hoofdkantoor op de bank loopt 🙂MSBF_juni2009 051

Benne is een Benne en Fries een Fries

Soms overvalt me de gedachte hoe het met die twee monstertjes van mij zou gaan als ze een andere naam hadden gekregen. Want echt, ik vind dat hun namen perfect passen bij wie ze zijn. Ofwel heb ik onbewust verwachtingen gecreëerd toen hun naam werd gekozen en we nog niet eens wisten of ze blond, bruin, rond, lang, … zouden zijn, maar dat we toen wel al wisten hoe een Benne zich moest gedragen en welk gedrag een Fries kenmerkt. Die blonde god van mij, dat is dus een echte Benne. Een andere naam zou hem niet de eer aandoen die hij verdient. En dat geldt evenzeer voor Fries, van wie ik me niet kan inbeelden dat een andere naam zo mooi het spectrum kan weergeven waaruit dat kleine ventje bestaat. Benne is geen Miel*, ’t is ook geen Juul*. Fries is verre van een Tore* en al zeker geen Rube*. Hun namen passen echt wonderwel bij wie ze zijn, wat ze doen, hoe ze hier vrolijk en onbezorgd door het huis huppelen, elkaar de duvel aandoen om dan achteraf elkaar als twee volleerde Brüno’s te beginnen knuffelen.

Ook van mijn eigen naam vind ik dat die wonderwel bij me past, hoe langer hoe meer. Een Griet of Grietje zou nog gaan, maar Els of Leen, dat gaat al minder. Ik vind mezelf ook te simpel voor complexe namen zoals daar zijn Elizabeth en consorten. Maar toch nog niet simpel genoeg om een An te zijn. En mijn naam blijft ook iets meisjesachtigs hebben, en met de derde ronde die ik nu aan het lopen ben door het leven, kan ik daar alleen maar blijer om worden.

En u, tevreden met uw naam? En met die van kinderkens en zo?

*Als ik ooit nog eens vier zonen krijg, dan weet u meteen de naam van hen.

frustration-on-web

Het is me wat, her en der lees ik berichtjes over gesukkel met de belastingaangiftes. Bepaalde browsers ondersteunen tax-on-web niet, het ding ligt plat, zaken zijn niet correct, … begin er maar eens aan. Daarom heb ik jaren geleden één van de beste beslissingen in mijn (jonge!) leven genomen: doe eens chique, hautain, zelfstandig, alsof je ontzettend vuil rijk bent, en neem een boekhouder. “Mijnen boekhouder, Médard”. Ik heb daar al plezier aan beleefd, ongelooflijk.

Nu helpt het ook wel ergens dat ik nogal neurotisch aangelegd ben als het op papierwerk aankom. Als ik papieren krijg voor de belastingen sorteer ik dat netjes in mijn mapje ‘Belastingen’, ik heb zelfs een inhoudstafel waar ik kan meevolgen wat ik al gekregen heb, wat ik nog moet vragen, wat er veranderd is. Elk jaar schrijf ik dan een een schone brief naar Médard de boekhouder met de inhoud van mijn mapje, de veranderde gezins- of jobsituatie, en als hij vragen heeft dat hij mij gerust mag bellen. Dat doet hij bijna nooit, zo ordelijk ben ik wel, ha! En dan krijgen wij enkele weken later dat mooie mapje terug, met daarin een overzicht van wat we al dat niet terugkrijgen of moeten betalen. Ik maak mijn mapje leeg, doe alles van dit aanslagjaar naar mijn grote schone kist boven en wacht dan geduldig op mijn geld.

Maar tax-on-web? Nee, een stap te ver. Laat mij maar classeren, sorteren, … er is een goede secretaresse aan mij verloren gegaan.

En nu ik dit zo herlees: eigenlijk is dat overdreven ordelijk gedoe wel iets om me over te schamen… Dat ik nog een vent heb, zeg.