was de dag dat wij ‘afscheid’ namen van Viggo en Diezel.
Voor mensen die geen honden of katten of eender wat van beesten hebben: stop maar met lezen, dit zal oversentimenteel klinken. Voor wie wel beestige twee- of viervoeters als vriendjes mocht hebben: kies maar.
Afscheid dus van Viggo en Diezel. Viggo (enorm knappe bruine Labrador) kwam bij ons in december 2003 en Diezel (ook enorm knappe maar dwaze Berner Sennen) vervoegde de bende in juni 2004. Wat hebben wij genoten van onze twee eerste kinders, van die vuile broeken na lange herfstwandelingen, van Diezeltjes kwijl op onze kleren, van die hondentrainingen, van die heerlijk stinkende adem als ze weer eens de overschot van ribbetjes hadden opgepeuzeld. Dat onze tuin er niet meer uitzag vonden wij niet eens zo erg, anderen dan weer wel.
Toen we het in ons hoofd haalden een huis te willen kopen moest dat natuurlijk een huis zijn met enorm veel tuin. Nen hof waar we een stuk van konden afzetten voor de doggies en een stuk konden houden voor als er eens deftiger volk dan wij in onzen hof moest rondlopen. ’t Werd het huidige huis en meteen stond alles in het teken van die twee loebassen, ook al was ik toen al 6 maanden zwanger van het eerste exemplaar van de tweede serie kinders. Leutige momenten, die zomer: op stap met paard en kar. Kar was Bennes buggy, paard was Diezel of Viggo. Toen die van K&G langskwamen vroegen ze bezorgd of die twee honden in huis kwamen. Nee mevrouw, die twee honden hadden namelijk hun eigen huis. Het tuinhuis/tweede garage was exclusief voor hen verbouwd. Geen bench voor die twee, wel een warm houten chaletje. I know, soms doen we echt wel rare dingen…
Enter Fries, die al na twee maanden startte met een ononderbroken serie van luchtweginfecties, en nieuzen, en hoesten, en exceem en van die dingen. Een ‘ziekelijk’ ventje, dachten wij toen zo’n beetje niet geheel overtuigd, maar een andere uitleg was er niet. Tot de kinderarts na het elvendertigste bezoek vroeg of wij toevallig geen beestjes hadden. Bevestigend dus, maar: ze zaten buiten hoor… Niets van, zo’n allergietjes kan je ook hebben door schilfers en zo. En als je bent gaan wandelen met je loebassen breng je dat mee naar binnen. Of zoiets. Want vanaf toen luisterde ik maar half meer en alle weken en maanden erop was het van niet willen. Dat Fries allergisch was (voor zover ze dat met 100% zekerheid kunnen testen onder de twee jaar, maar ’t ventje had ‘sterke neiging tot…’), dat ik opeens ook allergisch was geworden (in hoge mate zelf, continu aanwezig of zoiets, permanente moeheid en van die dingen) en dat er niet veel anders opzat dan ze ‘weg te doen’. Voor het wel van Fries en Benne en voor het wee van onszelf, want wat kon mij het schelen dat ik plots allergisch was, ik leefde er toch al zoveel jaren mee?
Bon, spuitje was geen optie (ze waren niet ziek hé, en trouwens: Viggo een halve stamboom, Diezel een hele deftige), asiel dan maar. Amper een week later waren ze geplaatst, bij een allerfijnst gezin uit Nederland. Samen dan nog wel (voorwaarde 1), op een boerderij (veel plaats was voorwaarde nummer 2). Een geluk dat ze zo snel een nieuwe thuis gevonden hebben. En dat ze wel degelijk heel gemanierd, proper en lief bleken te zijn zoals het asiel ze omschreven had op hun fiche. Temidden van al onze slechtheid kregen we nog een pluim zeg.
Maar echt: 30 december, de dag dat wij onze honden moesten wegdoen. Die 30ste december had ik ze bijna teruggehaald uit het asiel (ik ging nog liever Fries een zware kuur laten ondergaan dan mijn honden weg te doen), die dag liepen wij met rode ogen rond en was onze hele wereld regelrecht aan het vergaan. ’t Ging wel degelijk om ons eerste paar kinderen. En dat zullen ze altijd blijven. Net zoals dat schuldgevoel 🙂